Bron: Galerie
Lucy Rees
Baptiste Loiseau, de innovatieve jonge keldermeester van Louis XIII, deelt de geheimen achter het bijna 150 jaar oude bedrijf en wat het elixir zo bijzonder maakt
In een snelle wereld waar geavanceerde technologie en onmiddellijke bevrediging hoogtij vieren, bewijst Louis XIII, ‘s werelds meest luxueuze cognac, dat sommige dingen het wachten waard zijn. Elke Baccarat kristallen karaf van deze aromatische amberkleurige cognac wordt op dezelfde manier geproduceerd zoals honderd jaar geleden, met technieken en methodes die van generatie op generatie worden doorgegeven en is het levenswerk van de keldermeesters.
De ultra-exclusieve Louis XIII van het merk Rémy Martin, dat in 1874 werd opgericht door Paul-Emile Rémy Martin, onderscheidt zich van de cognacwereld door zijn blend van ongeveer 1.200 individuele eau-de-vie, een sterke spirit gedistilleerd uit witte druiven geteeld in Grande Champagne, een speciaal terroir dat bekend staat om zijn kalkhoudende bodem. Deze met de hand geselecteerde eau-de-vie (wat “levenswater” betekent en in wezen brandewijn zonder rijping is) rijpt vervolgens in speciale Franse eiken vaten tot wel honderd jaar. Het is de taak van de keldermeester om toezicht te houden op dit nauwgezette proces en ervoor te zorgen dat elke partij dezelfde hoge kwaliteit behoudt als de vorige. Tegenwoordig wordt die felbegeerde positie bekleed door de dynamische Baptiste Loiseau, Rémy Martin en de jongste keldermeester van Louis XIII, die in 2014 op 34-jarige leeftijd tot keldermeester werd benoemd (sinds de oprichting 146 jaar geleden, heeft Louis XIII zeven generaties van keldermeesters gehad).
Als gepassioneerd wijnliefhebber studeerde de in Cognac geboren Loiseau agronomie en oenologie alvorens zijn tanden te zetten in Zuid-Afrika en de Marlborough Valley in Nieuw-Zeeland. Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn roots en trad hij in 2007 in dienst bij Rémy Martin, waar hij na zeven jaar intensieve training van zijn voorganger Pierrette Trichet, die nog steeds in de buurt woont, de prestigieuze rol van keldermeester kreeg toebedeeld. “Omdat hij uit de streek komt, is het belang van tijd en natuur bij ons ingebakken,” zegt hij op Zoom in Cognac, waar hij voor een enorme referentiebibliotheek van eau-de-vie zit, opgesteld in kleine glazen flesjes met op elk flesje een etiket met de datum van hun creatie, van 1891 tot 2020. “Slechts één tot drie procent van het monster dat elk jaar wordt geproefd, wordt geselecteerd om langer te rijpen en een Louis XIII cognac te worden.”
Voortdurend kijkend naar het verleden en tegelijkertijd plannen makend voor de toekomst, is Loiseau’s uitdaging in essentie om het kenmerkende Louis XIII smaakprofiel te recreëren, dat onmiskenbare houtachtige noten van de gerijpte eiken vaten bevat, voor een explosie van bloemige, fruitige en kruidige noten, inclusief vleugjes gedroogde rozen, honing, kamperfoelie, leer, sigarenkist en vijgen. “De oprichters hadden de visie van wat we nu luxe noemen en de missie is om deze kwaliteit te behouden.” (De prijzen variëren immers van een karaf voor $4.500 tot een Louis XIII van negen liter: Le Salmanazar, die voor 450.000 dollar wordt verkocht). “De combinatie van echt veeleisend zijn wat betreft de kwaliteit van de druiven en de tijd gunnen om te rijpen,” zegt Loiseau. “Dat is de superioriteit en complexiteit van Louis XIII en naar mijn mening van geen enkele andere cognac.”
Hij werkt zowel met de eau-de-vie die door de vorige keldermeesters opzij werd gelegd en die hij blijft mengen, als met het selecteren van nieuwe eau-de-vie die uiteindelijk door zijn opvolgers zal worden gebruikt in de honderden jaren die nog zullen volgen. Volgens het adagium van het merk “een eeuw vooruit denken”, zal Loiseau nooit de uiteindelijke cognac proeven die het resultaat is van zijn werk vandaag.
“Ik geloof dat Louis XIII een ziel heeft, maar de ziel is ook de ziel van de generaties van de keldermeesters die hun leven hebben gewijd aan deze grote prestatie,” zegt hij. “Tijd is de sleutel, natuurlijk, maar de mensen zijn ook de sleutel.”
Loiseau brengt zijn dagen door met het houden van proeverijen met een klein comité en met het onderhouden van contacten met een groep plaatselijke telers. Hij geeft ook advies over het bewaren en herscheppen van de zeldzaamste vaten die het merk bezit: de tierçons, die een cruciale rol spelen in de aromatische ontwikkeling van de cognac. “Innovatie is de essentie van wat we elk jaar doen wanneer we ons moeten aanpassen aan de klimaatomstandigheden en de effecten,” zegt hij. “We moeten innoveren en anticiperen op nieuwe dingen om die consistentie te behouden en ervoor te zorgen dat het aroma optimaal is.”
In tegenstelling tot wijnmakers die hun eigen draai geven aan elk wijnjaar, moet de keldermeester van Louis XIII zich verschuilen achter het uiteindelijke mengsel. “Het is niet mijn persoonlijkheid of mijn gevoelens die in Louis XIII besloten liggen,” legt hij uit. “De held is de blend. De keldermeester zorgt er gewoon voor dat de stappen worden gevolgd om het erfgoed door te geven en als je het proeft, begrijp je het. Je hoeft er niets aan te veranderen.”