Spreken over Passie

Tekst: Rudolf Hecke

Wat gebeurt er wanneer een vreemde zich aanmeldt, om toegang tot je huis en je leven verzoekt en het gebodene te boek wil stellen? De vraag kwam niet in me op gedurende de vijf jaar dat ik op pad ging en getuigenissen verzamelde van mensen die ik zelf had uitgekozen om mij te woord te staan over passie. Tot ten huize van zanger/componist Daan de gastheer opmerkte dat ik best lef had vergezeld van met intieme vragen aan te kloppen en antwoorden te verwachten, op te eisen als het ware. ‘Maar het bijzondere is, je komt ermee weg. Hier zitten we en ik beantwoord al je vragen.’ Ik ben dan ook geen journalist die een interview komt afnemen ter promotie en duiding van een nieuwe creatie, een plaat, een theaterstuk… Ik stel me voor als lotgenoot, een mens aangebeten door passie, passie die zonder het zelf te beseffen misschien ontspoort en slachtoffers maakt. Ben ik een speelbal in handen van gedrevenheid of mag ik met een gerust gemoed mijn leven als bij de horens gevat en ten volle benut beschouwen?

Ik schreef een eerste dichtbundel en bracht mijn debuutplaat uit in 1982, net nadat ik van de ene dag op de andere mijn studies psychologie aan de KUL had stopgezet en het ouderlijk huis had vaarwel gezegd. Daar stond ik met de achterdeurklink in de hand, verstijfd. Ik besefte plots dat als ik die hendel nog een keer naar beneden druk, binnenstap en mij tegoed doe aan de heerlijk geurende warme maaltijd die mijn lieve moeder alweer voor me had klaarstaan, er geen weg terug meer zou zijn. Afstuderen, carrière, maandelijks loon, in de pas lopen, het lef, de guts zouden zijn gaan lopen. Ik zou definitief verzaken aan de lokroep van mijn passie: artiest zijn, zelfstandige, vierentwintig uur per dag. Leven en werk alliëren, schrijven en componeren. Ik heb de deurklink losgelaten, naar mijn moeder gewuifd, mijn vader was afwezig, aan het werk, volop zijn passie aan het botvieren, ik las in haar ogen de gruwel van het pardoese afscheid. Mijn hond blafte maar durfde ik niet aan te kijken, ik stoof het tuinpad af en bevond me een uur later in Leuven. Ik sprong, bereid en hongerig om het leven dat passie me voorschreef in te duiken. Ik liet verdriet en ontreddering achter, dat besefte ik pas veel later toen mijn eigen zoon het huis verliet, zij het op een zachte, aangekondigde wijze. Passie richtte mijn voetstappen en zou me tot op heden niet in de steek laten maar meteen reeds slachtofferde ze. De slingerbeweging van Stendhal, constant heen en weer tussen appetijt en degout, was ingezet.

Vijfendertig jaar later bevind ik mij weer in het huis van mijn ouders, mijn lieve moeder weldra aan het eind van een dementie calvarietocht, mijn vader bedolven onder de beten van de hongerige wolf Spijt. Het bruuske besef dat hij door het botvieren van zijn passie, eenvoudigweg werken, dag in, nacht uit, voor zijn gezin maar in de eerste verholen plaats om de lokroep van gedrevenheid ter wille te zijn, flagrant had verwaarloosd. De vrouw in wie hij nu uitdrukkelijker dan ooit het mooie jonge meisje zag dat zijn hart stal tijdens de Mariaprocessie in haar geboortedorp Veltem-Beisem. De vrouw die hem en haar zoon inmiddels niet meer herkende. Een gruwelijke tegenspraak. De confrontatie met wat passie had aangericht in mijn eigen nest sloeg de grond onder mijn voeten weg. Had ik de juiste beslissing genomen toen ik ooit de deurklink losliet? Woog alles wat ik dankzij mijn drive had bereikt, de platen, boeken, optredens, op tegen wat ik waarschijnlijk op mijn beurt had aangericht bij geliefden en naasten? Ik moest op zoek. Therapie bracht geen onmiddellijk soelaas en toen bood het idee zich aan, als een Damascusmoment. Ik wil mensen spreken die in mijn ogen overlopen van gedrevenheid en hun leven hiervan ten dienste stellen. Mensen die er doelen door bereiken, geen passionele hobbyisten, gekende mensen waar we allemaal een oordeel over hebben. Ik wil bij hen op zoek gaan naar antwoorden en heimelijk naar een hand op de schouder die sterkt; wees niet te streng met jezelf, je bent zo slecht nog niet bezig. Zie jezelf terug graag. Confrontatie in het veld.

En ik werd verwend, de nuttige uitspraken vlogen me om de oren. Ik schreef gesprekken uit en ontwaarde al snel een rode draad. Elementen van passie die steeds weer opdoken, of het nu ging om een aartsbisschop (André Léonard), een sterrenchef (Peter Goossens), een bokskampioen (Delfine Persoon), een kunstschilder (Sam Dillemans), een man die de aarde vanuit een ruimtestation zag (Frank De Winne) of de zoon van een melkboer die beschikt over een wereldstem (Paul Michiels), steeds kwam hetzelfde parcours aan bod, doken dezelfde obstakels en overwinningen op. Zo kwam ik tot een filering van het begrip ‘passie’. Het werden de hoofdstukken van mijn boek en een leidraad voor de verdere gesprekken. Sommige duurden een paar uur, andere dagen, ik was steeds een welkome gast en werd toegestaan met een koffer vol intieme ontboezemingen huiswaarts te keren. Waar ik me tegoed deed aan de verworven inzichten en ze met elkaar liet converseren, wat resulteerde in confrontatie, bevestiging of tegenspraak. Dit leidde ik in goede banen en bundelde ik voorzien van mijn inleidingen, voorzetten, bedenkingen en conclusies tot de publicatie ‘Passie’.

Sam Dillemans

Het is een werk geworden waar je kan in grasduinen, antwoorden herlezen en je laten verwarmen door onverwachte en verhelderende getuigenissen. Een boek dat op de barricaden staat tegen ledigheid, het zomaar verleven van je leven. Zoals topondernemer Fernand Huts het stelt: ‘Ik geef heel weinig interviews maar dit project interesseerde mij omdat ik denk dat dit boek zijn nut kan hebben. Als het erin slaagt om x aantal mensen meer filosofisch te overtuigen om hun ding te doen dan is het al geslaagd.’ Een aanzet tot de koe bij de horens vatten en je eigen steen verleggen. Je wordt afgeschoten als in een flipperautomaat, neem geen genoegen met het eerste het beste gat, maar heb het lef om door te gaan tot dat ene unieke stukje leeg dat alleen jij gepast kan opvullen.
Een van de krachtlijnen uit de passiegesprekken is het weren van oogkleppen. Gepassioneerde mensen die ogenschijnlijk weinig met elkaar vandoen hebben, misschien wel tegenpolen lijken, kunnen best essentiële inzichten delen. En dat doet deugd, dat haalt ommuringen neer, verruimt het blikveld, werpt een dam op tegen kortzichtigheid. Zo verraste mij de onverwachte gelijkenis tussen de topadvocaat in pak, stoeferke incluis, hij die voor geen meter aan sport doet Omar Souidi en de inmiddels helaas betreurde topatleet, avonturier met rock ‘n ‘ roll roots Dixie Dansercour. Beiden zetten zich in mijn boek af tegen de klaagcultuur die in Vlaanderen hoogtij viert. Dixie die zijn tussen-expedities-door-leven-rond-de -Huldenbergse kerktoren bewust bemoeilijkt door bijvoorbeeld een kiezelsteen in zijn schoen te stoppen en zo om een brood naar de bakker te stappen en Omar die na het begraven van zijn zoontje tegenslagen terdege weet te relativeren. Een opvallende gelijkenis ook tussen socialist in hart en nieren Louis Tobback en leider van de katholieke kerk André Léonard. Niet wat betreft eventueel leven na de dood maar wel wat betreft de verkommering van het grootste goed bij leven: solidariteit. Een vaststelling en bekommernis die gedeeld wordt door strafpleiter Jef Vermassen. Solidariteit is de reden waarom wij nu nog in leven zijn. Ooit trokken de oermensen zich in groepjes in grotten terug en deelden daar hebben en houden, zo wapenden zij zich tegen de talrijke vijanden en de ongenadige natuurelementen. Solidariteit, een verwaarloosd goed in deze samenleving. Zij breken een lans voor de symbiose van passie en saamhorigheid. Gedrevenheid op de barricaden, niet louter voor het botvieren van een particuliere drang of het bereiken van een persoonlijke doel.

Vaak doen uitspraken stof opwaaien dat al enige tijd je gedachten bedekt, ze veiligheid biedt, hier hoef je je hoofd niet meer over te breken, het is goed zo. Als een ineense wind ontbloten ze toegedekte gedachten en zetten aan tot conversatie en actie, pijlers van passie. Ik geef enkele voorbeelden… Acteur en regisseur Johan Heldenbergh: ‘Als iemand besluit om zich dood te zuipen en daar eerlijk in is, wie zijn wij zo iemand het recht te ontzeggen zichzelf te zijn? Is dat te liberaal? Ik weet het niet.’ Hoofd van Interpol Catherine De Bolle: ‘Vrouwen hebben meestal een extra duw nodig omdat ze vanuit een meer perfectionistisch idee naar functieprofielen kijken en vaak zeggen oei neen dat is te ingewikkeld voor mij ik ga dat niet kunnen.’ Mister Michel Verschueren, gewezen manager van RSC Anderlecht: ‘De afstand tussen de rijken en armen is te groot geworden. Daar hebben ze geen ongelijk in, maar hoeveel zijn er arm geworden door hun eigen fout?’ Fractievoorzitter Open VLD Kamer Maggie De Block: ‘Je hebt ook mensen die heel goed staan met hun intelligentie maar die quantité négligable zijn qua maatschappelijk nut omdat ze alleen hun eigen eer en glorie nastreven’. Bassist van rockband Triggerfinger Paul Van Bruystegem: ‘Wil mijn vrouw dat ik stop, dan is het gedaan met de relatie, heel klaar en duidelijk . Mijn passie gaat altijd voor. ‘ Bestsellerauteur Bart van Loo: ‘Volgens mij heeft elke mens iets in zich waarin hij kan excelleren. Misschien voelen de meeste mensen niet de neiging tot die queeste, of komen ze er niet toe want je moet een beest zijn, keihard werken als je iets wil maken dat je onderscheidt. ‘ Wereldvermaard kunstschilder Sam Dillemans: ‘Alles wat groots en schoon is, is altijd actueel en de rest sterft een gewisse dood. Dàt is de actualiteit. Een goed boek is altijd actueel.’ Het is even huiveren bij deze visionaire quote van Katoen Natie-eigenaar Fernand Huts: ‘‘Volgens mij stevenen we af op een oorlog hier in Europa. Hoe en wanneer weet ik niet, het zal niet voor morgen zijn maar het zal ook niet zo heel lang meer duren.’ En deze knuppel in het hoenderhok van socialistisch boegbeeld Louis Tobback: ‘Ik heb eigenlijk nooit gewerkt, ik heb altijd mijn goesting gedaan’.

Stephan Vanfleeteren

Passiegesprekken zijn altijd van nu, tijd heeft geen vat op hen, daarom nam ik ook mijn tijd voor dit boek en werd tijd zelf een onderwerp in de gesprekken. De gesprekken eindigen niet, ik wil ze hier graag verderzetten met nieuwe gasten die mij en de lezer van MYX magazine een inkijk gunnen in hun passionele betrachtingen en ons het huilen, grommen en spinnen van hun levensmotor zonder gêne willen laten horen.

Lezingen over Passie door de auteur: studiofactasy@telenet.be