De Psychedelische Revolutie

Tekst: Rudolf Hecke

Foto’s: Istock Photo – Ingram Image

Stel het is 1966 en je krijgt een brief (voor de digitale generatie: een enveloppe waarin een velletje papier met handgeschreven boodschap) afkomstig van een vriend die zijn epistel beëindigt met de woorden ‘eet het papier op’. Dan bevind je je niet in een spionagefilm, maar heeft de afzender LSD als puntjes op de i’s en de j’s gedropt. Mocht je gevolg geven aan het verzoek dan zou je een zintuigorgasme oplopen, een overdosis aan prikkels samengeklit tot een onthullende versie van de wereld rondom je. Die blijkt plots een magische, surrealistische plaats te zijn waar leven en dood elkaar aantikken terwijl ze ‘schipper mag ik overvaren’ spelen. Maar voor hetzelfde geld beland je op een steile glijbaan die naar de hel voert, waar vlammen je likkebaardend toegrijnzen.

Eric Burdon, voorman van de legendarische Animals (‘House of the rising sun’) en fervent acid gebruiker: ‘Hallucinogene drugs gedragen zich als een filmtrailer. Je vangt een glimp op waarin alle hoogtepunten kriskras door elkaar zijn gemixt en dan niets meer. Je kan de ervaring niet vasthouden, hoe intenser je probeert hoe groter de kans dat je zwaar in de problemen komt. Ik heb vrienden zien verdwalen in hun trips en nooit meer terugkomen.’
Maar wat een geweldig vreemde reis! De oversteek van psychedelia van de Amerikaanse Westcoast naar de Lage landen in een notendop.

Midden jaren 1960 is een wonderlijke periode, alles staat te gebeuren, maar in feite gebeurt er niets tot de synchroniciteit toeslaat. Overal in het noorden van Amerika vinden evenementen plaats die elkaar triggeren tot datgene wat in de lucht hangt eruit valt. Wereldschokkende gebeurtenissen en bizarre fait-divers sluiten elkaar in de armen. Operatie Rolling Thunder waarmee president Lyndon B. Johnson de aftrap geeft van de Vietnamoorlog markeert de geboorte van een nieuw fenomeen: de protestsong. Voor het eerst reiken politiek en cultuur elkaar de hand, muziek wordt verzet wanneer ‘I Feel Like I’m Fixing to Die Rag’ bij monde van Country Joe & the Fish op plaat verschijnt.

 
Minderheden komen uit voor hun gedacht, springen in de bres voor andere minderheden en de geschiedenis heeft ons geleerd nooit de kracht van minoriteiten te bagatelliseren, zij staan aan de basis van elke revolutie. De Civil Rights Movement en de Free Speech Movement komen tot bloei aan de University of California, Berkeley. Ondertussen wordt aan de universiteit van Texas een meisje verkozen tot lelijkste jongen van de campus! Moegetergd neemt ze de benen en belandt in San Francisco, haar naam? Janis Joplin. Op dat moment hokt enkele miles verderop een minderheid samen in de bossen van La Honda: de Merry Pranksters, voorgegaan door bestsellerauteur Ken Kesey die in 1962 ‘One Flew Over the Cuckoo’s Nest’ schreef en in zijn legerdienst kennismaakte met een goedje dat de geest aardig aan het waaien zet: LSD, Lysergeenzuurdi-ethylamide. Op dat moment nog volledig legaal wordt de drug op 6 oktober 1966 (666 the number of the beast) door gouverneur Brown van Californië buiten de wet gesteld.

Al snel worden de bossen met beschilderde boomstammen en luidsprekers tussen de takken te klein voor de Pranksters en ze schaffen zich een Harvester schoolbus aan die ze te lijf gaan met restanten verf. Het beest krijgt de naam ‘Furthur’. Steeds grenzen verleggen. Kesey en zijn maten geven alvast het goede voorbeeld. Ze rijden langs de Westcoast en op elke stopplaats organiseren ze Electric Kool-Aid Acid Tests, wie durft de psychedelische uitdaging aan? Vrijwilligers krijgen limonade te drinken met daarin LSD verwerkt. Er wordt gemusiceerd, voorgedragen, gefeest, iedereen doet wat in hem of haar opkomt, free-form freak outs. Geen podium, de vervolksing ten top, de sociale essentie van de psychedelische 1960’s. De bijeenkomsten zijn een succes, de Hells Angels, nog zo’n minderheid, de 1%-ers (het ene procent van de motards dat zich buiten de wet begeeft) sluiten zich aan en the Grateful Dead begeleidt de trippende menigte met ongehoorde far-out jams. Ze worden vergezeld van hun flamboyante geluidstechnieker Augustus Owsley Stanley III ofwel dé reisagent van de West Coast. Hij maakt alle LSD trips aan en geeft er evenveel weg als hij er verkoopt. Wanneer Jimi Hendrix ‘Purple haze’ zingt dan gaat het over een chemische creatie van ‘the bear’, troetelnaam van de gulle LSD alchemist.

Ondertussen vestigt in het Haight-Ashbury district van San Francisco een andere minoriteit de wieg van de hippiecultuur. Diggers, langharige jongeren in regenboogkledij dragen de leuze van de rebellen van het zeventiende-eeuwse Engeland van Oliver Cromwell uit: wie een terrein bewerkt mag dat claimen, op voorwaarde dat hij de geteelde vruchten deelt met passanten. Elke namiddag organiseren zij een gratis voedselbedeling in het Panhandle Park en ze richten een winkel op waar alles voor noppes is. Goederen gaan ze bedelen bij plaatselijke neringdoeners, niet verkochte waar, producten met bijna overschreden houdbaarheidsdatum… En er ontstaat een nieuw muziekgenre in de wijk: psychedelic rock, een auditieve LSD-ervaring. Geen platenfirma is geïnteresseerd tot er een mirakel gebeurt. Uit Texas arriveert de lelijkste jongen van de campus, Janis Joplin wordt opgepikt door de plaatselijke band Big Brother & the Holding Company en groeit uit tot de eerste rockchick, een vrouw op de troon in een mannenwereld! De minderheid verwerft de zeggenschap van een meerderheid, de psychedelische revolutie breekt uit haar voegen met de wereldhit ‘Somebody to Love’ van Jefferson Airplane.
Aan de overzijde van Amerika wordt intussen psycholoog Timothy Leary ontslagen als professor aan de Harvard-universiteit wegens grensoverschrijdend gedrag, het samen met zijn studenten nuttigen van LSD. De goede man trekt het zich niet aan, maar trekt zich gehuld in een witte kazuifel terug in het Hitchcockiaans klooster Millbrook en predikt er zijn gospel. Hij richt de League for Spiritual Discovery (let op de beginletters) op en zijn slagzin is ‘turn on, tune in, drop out’, neem de psychedelische ervaring in je op en breek dan met de maatschappij. Deze leuze levert hem wanneer president in 1969 Nixon aan de macht komt de titel op van gevaarlijkste individu van Amerika. Hij belandt in de gevangenis waaruit hij weet te ontsnappen. De trippende profeet ziet het groots, wil dat LSD ook buiten de Verenigde Staten gaat boomen en stuurt de Brit Michael Hollingshead, de man die hem zijn eerste LSD trip bezorgde, op pad naar Europa met een reiskoffer vol psychedelia. Zijnde Leary’s boek ‘The Politics of Exctasy’ en 5000 LSD trips. Hollingshead belandt in zijn geboorteland met de kont in de boter, het walhalla van de westerse jongerencultuur: Swinging London.
Hippies zijn er onbekend, maar jonge mensen uiten zich voor het eerst als teenagers en twens. Fashion is er hot, maar niet op een oubollige manier, dure merkkledij kopen in Bond Street. Kleren worden goedkoop, tweedehands verhandeld, zelfs geruild in de kleine meanderende straatjes King’s Road en Carnaby Street. De ene na de andere hippe boetiek ‘popt up’; Granny takes a trip, Barbara Hulanicki’s Biba Shop en Mary Quant, uitvindster van de minirok, baat Bazaar uit. Overal wordt de hippe Britse beatmuziek gedraaid, rock and blues bands als The Who, The Rolling Stones, Them knallen er uit de openstaande deuren. Holingshead voegt er meteen zijn headshop aan toe, het WPC (World Psychedelic Centre), niets meer noch minder dan een luxe drugshol. Rockers wiens drugsinname zich focust op amfetamines, worden er in een bad van hallucinogene middelen gedropt. Samen met dansers (Roedolf Noerejev) en regisseurs (Roman Polanski) geven zij zich over aan LSD en dat heeft meteen invloed op hun muzikale output. Ook R.D. Laing, vooraanstaand psychiater die net als Timothy Leary in LSD een manier ziet om door te dringen tot geesten van schizofrenen, loopt er de deur plat. En hij stelt een revolutionaire daad, haalt zijn patiënten uit de instellingen en gaat ermee samenwonen. Gezamenlijk trippen. Gedaan met de mensonterende therapieën die in de asylums gebruikelijk zijn.
Via het WPC zet LSD zijn opmars verder, in Parijs zorgt het voor een bestorming van de krantenkiosken waar ijverige banlieusards gratis trips geven aan krantenkopers. In Vlaanderen breekt het geen potten, de Vlaming zweert bij zijn pint bier en sigaret al dan niet gepimpt met marihuana. In Nederland pakt het wel verf mede dankzij de anarchistische Provo protestbeweging met als ‘Provo nummer één’ Boudewijn De Groot. Ook zijn muziek verschuift van protestsongs naar psychedelische liedjes (beluister zijn album ‘Picknick’). Jimi Hendrix is ondertussen vanuit ballingsoord Swinging London (hij wordt in Amerika geboycot wegens rassensegregatie) de wereld aan het veroveren met zijn geestverruimende cover van ‘Hey Joe’. In Nederland wordt hij op het kijkbuispubliek losgelaten in het legendarische ‘Hoepla’ programma van de VPRO dat na drie afleveringen afgevoerd wordt wegens het vertonen van blote tieten! Wanneer in 1966 in Engeland The Pink Floyd het levenslicht ziet, gaat het land definitief plat voor psychedelia, overal worden clubs opgericht waar zich de gekste taferelen afspelen zoals UFO (Unlimited Freak Out), Middle Earth en Marquee. In 1967 vindt in de States het Monterey International Pop Festival plaats, de geboorte van de openluchtfestivals. Voor het eerst staan blanke en zwarte artiesten op hetzelfde podium, Britten en Amerikanen, een Zuid-Afrikaanse trompettist, Indische sitarvirtuoos, de essentie van psychedelica voltrekt zich, een melting pot van creatie en impressie. Ten slotte bekronen The Beatles de hallucinogene werelddominantie in 1967 met hun meesterwerk, vlaggenschip van de psychedelische muziek ‘Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. De plaat die psychedelia zelfs in het kleinste Vlaamse boerengat binnen de muren van elk gezinnetje stopt.
Psychedelia wordt een rage en is bijgevolg ten dode opgeschreven, zo gaat dat met modetrends. Het Woodstock festival in augustus 1969 baadt nog in geestverruimende sferen maar het Altamont festival op 6 december van hetzelfde jaar keert de tijden. Er is giftige LSD in omloop en voor de ogen van Mick Jagger wordt iemand uit het publiek vermoord, de muziek klinkt luider en ruiger en de zalvende trippy elementen wijken. LSD eist ook slachtoffers onder rocksterren; Skip Spence (Moby Grape), Peter Green (Fleetwood Mac), Syd Barrett (Pink Floyd) nemen een trip teveel en verdwalen in krochten van waanzin.
Vijf jaar trekt psychedelia door de wereld als een virus dat besmet met fantasie, creatie en verbroedering, dat bevrijdt wat zich diep in de menselijke geest schuilhoudt. En verzacht, visionair auteur Aldous Huxley (‘Brave New World’) laat zich euthanaseren met LSD. Het begeleidt de sociale, culturele en seksuele revolutie en levert een karrenvracht aan ongehoorde muzikale output op. Beluister buiten de hierboven vernoemde artiesten ook muziek van Love, It’s a Beautiful Day, Silver Apples, The 13th Floor Elevators, The Soft Machine, Spirit, The Incredible String Band, The Chamber Brothers, The Electric Prunes, Hawkwind, Amon Düül II. De lijst is eindeloos en de invloed ervan is nog steeds aanwezig bij actuele hippe artiesten als Tame Impala, The War on Drugs, MGTM, Kurt Vile, Mac De Marco, Khruangbin.