Mensen inspireren om sterker, gelukkiger en gezonder te worden via pure voeding: het is de missie van Pascale Naessens. In volle coronacrisis schreef ze haar nieuwste boek ‘Echt eten’. Ook deze keer worden de recepten overgoten met een flinke geut kennis en levenswijsheid. Voeding mag dan de hoofdrol spelen; haar visie gaat een heel stuk verder. Wij vroegen ons af waar al die inspiratie vandaan komt en hadden een fijn gesprek met Pascale over ondernemen, dromen en vaatdoeken.
Marthe Van Campenhout
De titel ‘Echt eten’ zet behoorlijk aan het denken. Bestaat er dan ook eten dat ‘niet echt’ is?
“Het is eigenlijk een vertaling van het Engelse ‘real food’, dat intussen een grote, wereldwijde beweging is geworden. Met de term wordt verwezen naar onbewerkte voeding die zoveel mogelijk recht uit de natuur komt. Een paar jaar geleden heeft Foodlog een interessant onderzoek gedaan. Hieruit bleek dat maar liefst 84% van de voeding in supermarkten bestaat uit wat ik ‘pakjesvoeding’ noem: bewerkt, met ongezonde additieven, en soms niet meer te herleiden tot de oorspronkelijke ingrediënten. Gelukkig zien we hier een heel positieve trend: omdat de consument steeds meer vraagt naar onbewerkte, pure voeding, beginnen supermarkten hier ook op in te spelen. En zo zijn er nog heel wat initiatieven. We zitten momenteel echt op een kantelpunt, merk ik.”

Jouw boeken zitten hier ongetwijfeld voor iets tussen. Hoe zie jij jouw rol in dit verhaal?
“Ik zie mezelf vooral als doorgeefluik: enerzijds is er een grote behoefte aan advies en inspiratie bij mensen die graag bewust met voeding bezig zijn, en anderzijds is er enorm veel nieuwe wetenschappelijke kennis op dat vlak. De inzichten die ik verkrijg via mijn contacten met wetenschappers en artsen in binnen- en buitenland verwerk in mijn recepten en maak ik zo toegankelijk voor iedereen. Het feit dat ik ook put uit mijn eigen ervaring en mijn verhaal zo authentiek mogelijk breng, maakt dat mensen mijn aanpak een kans geven. En zo ondervinden ze zelf dat het werkt.”
“Als ik aan iets nieuws begin, check ik eerst of het wel past in mijn visie. Pas daarna kijk ik naar het financiële plaatje. Volgens mij is dit het nieuwe ondernemen.”
Je schrijft niet alleen boeken, maar ontwerpt ook tableware, servies en meubels. In die zin ben je eigenlijk een soort ‘merk’ geworden. Welke briljante marketingstrategie heb je hiervoor toegepast?
“Grappig dat je dit vraagt. Ik ben eigenlijk nooit echt met marketing of strategie bezig geweest. Voor mij is dit ook allemaal nieuw; ik ontdek steeds meer de ondernemer in mezelf. Mijn eerste boek schreef ik om mijn ervaring te delen met een kleine groep mensen. Dat was althans mijn verwachting (lacht). De volgende boeken volgden spontaan. Omdat ik naast voeding ook erg veel belang hecht aan schoonheid, romantiek en beleving, was keramiek een logisch vervolg. Ik ben ermee begonnen als bezigheidstherapie en uiteindelijk bleek het helemaal mijn ding te zijn. En dat is de rode draad in mijn verhaal: ik ben mezelf altijd blijven ontwikkelen en heb hierbij steeds mijn buikgevoel gevolgd. Een van mijn levensmotto’s is dat je moet verder bouwen aan de tak waarop je zit. Op die manier blijf je trouw aan jezelf en zal wat je doet steeds kloppen. Als ik aan iets nieuws begin, check ik altijd eerst of het wel past in mijn visie. Pas daarna kijk ik naar het financiële plaatje. En als ik om me heen kijk, zie ik dat veel jonge bedrijven het ook zo aanpakken. Volgens mij is dit het nieuwe ondernemen.”

Het ene succesvolle project volgt het andere op. Voor de buitenwereld lijkt het wel alsof je al je dromen hebt bereikt. Heb je zelf ook dat gevoel?
“Ik zie mezelf liever als iemand die altijd trouw haar eigen weg blijft volgen dan als iemand met een droomleven. Mensen die denken dat ze pas gelukkig zullen zijn als ze een bepaalde vorm van succes behaald hebben, maken volgens mij een grote denkfout. Pas als je tevreden bent met de situatie zoals die nu is, en leeft volgens je eigen principes, kun je een volgende stap zetten. Ik ben dus voorzichtig met de term ‘droom’: het is belangrijk om een doel te hebben, maar je mag je niet blind staren op het eindresultaat. In een van mijn boeken vermeld ik het citaat van de Spaanse dichter Antonio Machado: ‘Caminante, no hay camino: se hace camino al andar.’ Het betekent: ‘Wandelaar, er is geen weg. De weg toont zich al wandelend.’ Dat is ook mijn levensfilosofie.”

“Waarom zouden we niet genieten van schoonheid terwijl we de afwas doen?”

Mogen we binnenkort nog nieuwe projecten van jou verwachten?
Ja, en een heel leuk project zelfs! In december verschijnt een nieuwe reeks huishoudtextiel, die ik samen met het West-Vlaamse bedrijf Clarysse ontwikkelde. Mijn favoriete stuk is de vaatdoek. Die is zo mooi dat mensen hem misschien niet gaan durven gebruiken (lacht). Door mijn eigen wereld te creëren en dit te delen met anderen wil ik het -soms wat saaie- dagelijkse leven wat mooier maken. Waarom zouden we niet genieten van schoonheid terwijl we de afwas doen? Zeker nu, met de coronacrisis die nog lang niet voorbij is, hebben we hier allemaal behoefte aan.”

Over corona gesproken: wat is jouw visie op het beleid in het kader van Covid-19?
“Ik vind het jammer dat er niet meer aandacht wordt besteed aan betere voeding. Alle middelen worden ingeschakeld om zo snel mogelijk medicatie en een vaccin te ontwikkelen, en dat is natuurlijk een goede zaak en broodnodig. Maar het is een gemiste kans om niet tegelijkertijd te werken aan de gezondheid van de mensen. Uit een studie in de UK blijkt dat 95% van de patiënten die overleden zijn aan de complicaties van Covid-19 reeds een bestaande aandoening had. Ik sluit me aan bij cardioloog Aseem Malhotra, die zich afvraagt wanneer de overheid en de media een prioriteit zullen maken van de ‘metabole gezondheid’ om de algemene gezondheid van de bevolking en de weerbaarheid tegen infecties te verbeteren. Het is blijkbaar een taboe-onderwerp dat maar weinigen durven aan te snijden, om de mensen geen schuldgevoel te geven. Maar ik zie het juist anders: door mensen iets te geven waarmee ze zelf aan de slag kunnen, maak je hen net weerbaar in plaats van machteloos.”
Wij geven je advies alvast door aan onze lezers. Dankjewel voor dit inspirerende gesprek, Pascale!
En hier nog een klein menu-extraatje:
Pompoensoep met champignons en feta

Werk: 20 minuten
Gaartijd: 1 uur en 20 minuten
- 1 seizoenspompoen (700 g)
- 2 witte uien
- 2 knoflookteentjes
- 4 takjes tijm
- 2 eetlepels witte miso (optioneel, zie tip)
- 200 g bruine champignons
- 30 g pompoenpitten
- 100 g feta
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Halveer de pompoen en verwijder de pitten met een lepel. Leg de pompoenhelften in een oven- schaal. Leg de hele knoflookteentjes in de pompoen, samen met de takjes tijm. Kruid met peper en zout en giet er wat olijfolie over. Zet 1 uur in de oven of tot de pompoen helemaal zacht is. Snijd de uien in kwarten en leg ze de laatste 20 minuten bij de pompoen in de oven.
Haal de ovenschaal uit de oven als alles gaar is. Lepel het vruchtvlees uit de pompoen en doe het in een diepe pan. Voeg er de uien, de knoflook en de tijmblaadjes bij (niet de takjes). Giet er 0,75 liter water bij en mix met een staafmixer. Proef en kruid bij indien nodig. Zet de soep op het vuur, maar laat ze niet meer koken. Los de miso op in een glas met een paar eetlepels soep en voeg dit toe aan de rest van de soep (zie tip).
Snijd de champignons in plakjes en bak ze gaar in olijfolie. Kruid met peper en zout. Voeg de laatste 3 minuten de pompoenpitten toe.
Verdeel de soep over de borden, schik de champignons en de pompoenpitten in het midden en brokkel er de feta over.
Tip: miso
Miso geeft een extra dimensie aan je pompoensoep, maar is niet essentieel. Miso wordt om- schreven als de vijfde smaak, umami, een typische smaak die je terugvindt in gefermenteerde producten zoals kaas. Wil je ten volle genieten van de voordelen van de fermentatie, laat miso dan niet meekoken, want dan sterven de levende bacteriën. Laat de soep eerst even afkoelen en voeg dan pas de miso toe.
Tip: winterversie
Dit boek is geen seizoensgebonden boek; laat je leiden door de seizoenen. Kies in de winter voor winterpompoen met heerlijke wilde paddenstoelen zoals cantharellen en trompettes de la mort. In de zomer eten wij deze soep vaak koud, als een soort gazpacho.

Lamsgehakt met merguezkruiden en groenten

Werk: 20 minuten
Gaartijd: 15 minuten
- 300 g lamsgehakt
- 1 theelepel harissa
- 2 theelepels komijnzaadjes
- 1 theelepel ras el hanout
- 2 knoflookteentjes
- 10 g verse koriander of peterselie
- Voor de groenten: 2 wortelen
- 1 grote rode ui
- 2 tomaten
- verse tijm
Nodig: satéstokjes
Van dit gerecht wordt iedereen gelukkig: leuk, lekker en verrassend!
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Doe het lamsgehakt in een kom. Snijd de knoflook en de koriander fijn en voeg samen met de harissa, komijn en ras el hanout toe aan het gehakt. Kneed goed door elkaar.
Maak met je handen worstjes van het gehakt en steek er een stokje door. Leg de lamsspies- jes op een ovenrooster en bak ze een zevental minuten in de oven.
Snijd de wortelen en de ui fijn en stoof gaar in olijfolie.
Snijd de tomaten in vier parten, verwijder het vocht en de zaadjes en snijd het vruchtvlees in blokjes. Voeg de tomatenblokjes de laatste halve minuut toe aan de wortel en ui, zodat ze niet garen maar opwarmen. Voeg wat fijngesneden tijm toe. Kruid met grof zout voor een crunchy beet en wat zwarte peper. Lepel de groenten op een bord en leg het lamsgehakt erbovenop.

Bramenroomijs

Werk: 5 minuten
Gaartijd: 20 minuten in de diepvries
- 150 g bramen (+ eventueel wat extra voor de afwerking)
- 100 g room
- 30 g pistachenoten
Leg de bramen 30 minuten in de diepvries of net zo lang tot ze helemaal bevroren zijn. Hak de pistachenoten grof. Maal in een stevige blender de bevroren bessen met de room tot een dikke ijspasta. Voeg wat meer room toe als het ijs te korrelig is.
Lepel balletjes van het ijs en serveer meteen.
Werk af met de crumble van pistachenoten.

Liever niet met je smartphone of laptop in je keuken?
We hebben hier een PDF voor jou klaarstaan die je kan downloaden.