Jean Parthoens, eigenaar van schadeherstelbedrijf JEPA, neemt ons mee doorheen zijn succesvolle carrière, die hem naar tal van sectoren en landen voerde.
Tekst: Maxine Detaellenaere
Foto’s: Stephanie Smeets
Als er iets is dat je over Jean Parthoens kan zeggen, dan is het wel dat hij een gave heeft om zichzelf heruit te vinden. Hij startte zijn professionele loopbaan als elektricien, maar ging na enkele jaren aan de slag bij het Hasseltse tunnelbedrijf K-Boringen. “We waren gespecialiseerd in boringen onder water, zonder dat er moest opengegooid worden. Dat gebeurde via hetzelfde principe als een duikboot. Zo gingen we onder kanalen door, zelfs onder de Gentse trams.” Een job waar hij met een aangenaam gevoel op terugkijkt. “Ik heb dat altijd met veel plezier gedaan. Wat we daar realiseerden, dat was iets unieks”, aldus Jean.
Luxueuze nijlschepen
Enkele jaren later brachten zijn interesses hem over de landsgrenzen heen, naar het scheepswezen. Hij belandde er op een Maastrichtse scheepswerf. “Ik ben er van nul begonnen, maar in enkele jaren tijd wist ik mij op te werken tot werfleider en slaagde ik erin om de omzet in drie jaar tijd te verzestienvoudigen”, vertelt Jean met gepaste trots. Op de werf bouwde men nijlschepen, exclusieve cruiseschepen compleet met casino’s en voorzien van alle mogelijke luxe. Opdrachten die hem meermaals meenamen naar het Afrikaanse continent.
Een nieuwe wending
Tijdens die job proefde Jean voor het eerst van zijn uiteindelijke roeping. “Ik kwam in contact met de mensen die de schade aan de schepen herstelden. Want de krassen in casino’s en in de vensters van kajuiten, dat is dezelfde schade die je in de gewone wereld tegenkomt.” Hij kwam er ook in aanraking met verschillende verzekeringsexperts, wanneer schepen averij opliepen. En zo nam zijn loopbaan opnieuw een nieuwe wending. “Ik werd gekozen om vertegenwoordiger te worden voor het Maasdok, en haalde er voor 300 miljoen Belgische frank aan nieuwe orders binnen.”
Eindigen in schoonheid
Maar toen strooide een desastreuze bankencrisis roet in het eten. Jean bleef niet bij de pakken zitten. “Ik begon mij te verdiepen in de wereld van aluminium. In Nederland stond men al twintig jaar verder, dus ik bracht die kennis mee naar België.” Hij bouwde onder meer waterzuiveringsinstallaties en voetbalgoals, om ten slotte in schoonheid te eindigen bij zijn huidige bedrijf, JEPA, dat gespecialiseerd is in inbraakschade en oppervlakteschades bij de oplevering van grote projecten. “Zo heb ik zonder dat ik het goed en wel doorhad toch wel weer wat uit de grond gestampt”, vertelt hij.
Van winkelcentra tot kloosters
Gevraagd naar enkele hoogtepunten uit zijn carrière, antwoordt Jean meteen: “De Europa-toren in Brussel, waar de Raad van Europa samenzit.” Al zijn er heel wat projecten in binnen- en buitenland waar hij terecht fier op is, zoals de Antwerp Tower op de Keyserlei, een winkelcentrum in Luxemburg en zelfs een Nederlands klooster. “We verzorgden de volledige renovatie van het Bonnefantenklooster in Maastricht. Dat was een hele uitdaging, want dit historische gebouw moest authentiek blijven en mocht haar karakter niet verliezen.”
Passie voor innovatie
De zoektocht naar innovatie loopt als een rode draad doorheen Jeans professionele leven. “Als je mijn loopbaan bekijkt, merk je dat ik altijd op zoek ben naar iets aparts. Ik ben een ram, een uitvinder. Ik zit vol ideeën.” Had hij altijd al gedacht dat hij het zo ver zou schoppen? Jean is duidelijk: “Nee, ik ben gewoon begonnen als elektricien. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het heeft waarschijnlijk toch ergens iets met karakter te maken.” Al blijft hij bescheiden. “Uiteraard moet je ook het nodige geluk hebben om er te geraken. Het ging ook niet altijd zo vlot en het heeft de nodige tijd gekost om te geraken waar ik nu ben.” Maar voor Jean is het einde zeker nog niet in zicht, al bereikte hij intussen de pensioengerechtigde leeftijd. “Ik blijf nog altijd actief. Ik blijf vernieuwen en verder zoeken.”